Sporttechnische richtlijnen voor jeugdtrainers

Sporttechnische aanbevelingen voor jeugdtrainers met
betrekking tot het geven van een voetbaltraining OUTDOOR
(periode 18 mei 2020 tot en met 07 juni 2020)
Sporttechnische richtlijnen voor jeugdtrainers (versie 18/05/2020) blz 1
ALGEMEEN GELINKT AAN DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
• Zorg ervoor dat de afstand van 1,5 meter gedurende de ganse training door iedereen (trainer en voetballers) gerespecteerd wordt. Dit betekent dat tikspelen, positiespelen, wedstrijdvormen en 1v1 situaties niet toegestaan zijn. Het gebruik van overgooiers tijdens de training is dus niet aangewezen.
• Geef geen oefeningen waar de veldspelers de bal met de handen dienen te nemen (behalve de doelman). Dus enkel balcontact met beide voeten, dijen en eventueel borst is mogelijk.
• Koppen is tijdens de training eveneens niet toegestaan.
• Behoud zoveel mogelijk dezelfde groep van spelers over de volledige periode. Verplicht niemand om aan de training deel te nemen. Er kunnen immers bijzondere thuissituaties zijn waardoor de jeugdspeler niet aan de training kan deelnemen.
VOORBEREIDING EN ORGANISATIE VAN DE TRAINING (THUIS)
• Bereid, zoals altijd, de training erg goed voor. Denk na over de beginsituatie, de organisatie en de oefenstof. Hou rekening met de corona-richtlijnen en met de leeftijd van je groep (zie tabel).
• Hou de organisatie van de training en van de oefenstof zo eenvoudig mogelijk. Je dient er immers tijdens de training ook over te waken dat de 1,5m afstand steeds gerespecteerd wordt.
• Zorg er voor dat de oefenstof aangepast is aan de leeftijd en in functie van het leerplan van Voetbal Vlaanderen (zie tabel). Jij kent als trainer de jeugdspelers het best en weet wat goed is voor hen.
• Probeer waar mogelijk een FUN-element (= puntentelling) toe te voegen aan de oefenstof. Vooral bij de jongste spelers is dit belangrijk om de concentratie en de goesting tijdens de training op peil te houden.
• Probeer zoveel mogelijk leermomenten aan de jeugdspelers aan te bieden. Dit kunnen vanaf U8 algemene thema’s zijn (zie leerplan opleidingsvisie Voetbal Vlaanderen) maar ook individuele doelstellingen (vanaf U14) in functie van het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) van de speler.
• Hoe jonger de groep, hoe meer afwisseling in oefenstof en hoe korter dezelfde oefening duurt.
• Zorg voor een optimale terreinbezetting. Dit betekent minimaal een ¼ terrein tot en met U9 en minimaal een ½ terrein vanaf U10. Zo heb je voldoende ruimte om verschillende oefeningen binnen je training klaar te zetten. Een plateautraining of een training in stationnetjes kan handig zijn om de spelers te spreiden over de beschikbare ruimte.
• Stuur indien mogelijk (vanaf U14) de oefenstof van de training vooraf naar de spelers door zodat je weinig tijd nodig hebt om de oefenstof op het terrein uit te leggen.